Hoe beter communiceren met uw tandtechnieker bijdraagt tot betere prothetiek
De manier waarop we met ons labo communiceren maakt het verschil tussen goed en beter. Daardoor krijgen verschillende tandartsen bij hetzelfde labo toch een verschillend eindresultaat.’ Die stelling verdedigde Walter Van Breda op het verjaardagsfeest voor 30 jaar Labo De Witte.
Walter Van Breda specialiseerde zich na zijn tandartsstudie aan de KU Leuven in de prothetische tandheelkunde. Van 1990 tot 1995 was hij aan de KU Leuven verbonden als instructor. Vandaag is hij er docent aan het Instituut voor Osseointegratie en werkt hij in een groepspraktijk in Antwerpen. Hij vindt dat elke tandarts een fototoestel, een aangezichtsboog en een Artex-articulator moet hebben:
- Fotografeer het gezicht van uw patiënt (ook in profiel) zodat uw labo een totaalbeeld krijgt.
- Gebruik een aangezichtsboog met waterpas.
- Gebruik een Artex-articulator voor een juist beeld van de beetrelatie, van inclinatie, horizontale en midden.
Een post-it waar opstaat ‘AF 10 MEI’: wat betekent dat precies? Walter Van Breda toont amusante praktijkvoorbeelden van handgeschreven ‘briefjes’ die vatbaar zijn voor héél verschillende interpretaties.
‘Het doel van prothetiek is de levenskwaliteit verbeteren. Dat is een kwestie van kennis, planning én communicatie. De kwaliteit van uw prothese staat of valt met de kwaliteit van uw communicatie.’ Van Breda vindt dat tandartsen en patiënten veel meer fysiek naar hun tandlabo moeten gaan. Skypen kan desnoods ook. Zolang uw communicatie maar niet beperkt blijft tot briefjes of e-mail. Niet iedereen verwoordt even goed en niet iedereen decodeert even goed. Alleen maar schriftelijk communiceren zorgt voor – soms grappige, maar altijd dure – misverstanden.
In tijden van CAD/CAM-technologie, digitale afdrukname en digitale communicatie dreigen we het belang van persoonlijk overleg uit het oog te verliezen.
Wat uw labo van u verwacht?
- Overleg vooraf
- Een duidelijke, overzichtelijke en precieze opdracht: doel, stappenplan, antwoorden op alle mogelijke vragen
- Planning
- Foto’s van uw patiënt
- Maximale precisie in afdrukken, preparaties, beetregistratie
- Feedback achteraf, ook als u tevreden bent
De meeste frustraties komen door te weinig ondubbelzinnige informatie, door te late informatie, door veel remakes en te late feedback. En dat hangt allemaal samen.
Wat u als tandarts van uw labo verwacht?
- Krijgen wat u in uw hoofd had
- Professioneel advies
- Kwaliteit, precisie, professionele afwerking
- Verzorgde levering
- Respect voor de afgesproken timing
- Garantie
Uiteindelijk levert dat een WOW-effect op.
Denk niet ná, denk vóóraf
Communicatie slaat de brug tussen de verwachtingen van het labo en van de tandarts. Daarin is overleg vooraf cruciaal. Walter Van Breda: ‘We denken te veel ná. Denk vóóraf! Geef uw labo een idee van het risico en van de moeilijkheidsgraad. Maak een plan waarin de tandtechnieker niet op de laatste plaats komt: ga voor heel moeilijke cases zelf meteen samen zitten met alle betrokkenen. Fail to plan = plan to fail. Elke case heeft valkuilen. Herken ze vóór u start.’
Hoe zorgt u ervoor dat uw labo het liefst van al voor ú werkt? In elk geval niet door te roepen of door de tijdsdruk op te drijven.
De meeste fouten komen door een verkeerde beetregistratie. Zo’n 70 procent van de beetnames is niet optimaal: De wasbeten kloppen niet of zijn vervormd. Informatie over ingipsen ontbreekt (een stokje voor de bipupillaire lijn is handig). De afdrukken zijn onzuiver of er zitten luchtbellen in, zodat er geen optimale repositionering mogelijk is.
De gevolgen zijn lastig: herpassen, occlusie inslijpen aan de behandeltafel, en in 4 tot 5 procent van de gevallen zelfs een volledige make-over. Om nog te zwijgen van esthetische problemen.
Met een gewoon fototoestel, een articulator en een aangezichtsboog geeft u altijd juiste informatie over de inclinatie van het occlusievlak en over de horizontale en het midden.
Meer communiceren is minder corrigeren.