Veelgestelde vragen

Opbeetplaat

Een opbeetplaat hoort perfect aan te sluiten op uw tanden en kiezen. Het is natuurlijk wel een vreemd ding in uw mond. Het is dus even wennen. Maar het is absoluut niet de bedoeling dat u er pijn van hebt, of dat u het gevoel krijgt dat uw tanden losser zitten.

Als u uw opbeetplaat in de mond plaatst, is het belangrijk dat u ze eerst goed over uw tanden en kiezen legt, vóór u ze aanduwt. Duw ze op haar plaats met uw duimen en druk de plaat goed aan. Een opbeetplaat ‘aanbijten’ is een slecht idee.

Ze uitnemen is de omgekeerde handeling. Wees voorzichtig als u de plaat lostrekt van uw tanden, dat ze niet uit uw vingers glipt.

Meestal zal de tandarts u vragen om uw opbeetplaat een bepaalde periode, meestal één tot drie weken, 24 uur per dag te dragen (behalve als u eet, sport of telefoneert). Na het gewenste behandelresultaat blijft u de opbeetplaat meestal nog een paar weken dragen voor u kunt beginnen met de afbouwfase. Bouw het aantal uren per dag dat u de opbeetplaat draagt geleidelijk af, tot u ze alleen nog op eigen initiatief draagt als uw klachten terugkomen.

Maak uw opbeetplaat schoon met een tandenborstel en met tandpasta of zachte zeep, het liefst boven een wasbak met een laagje water. Poets niet alleen de kauwvlakken, maar de hele plaat. Spoel de plaat daarna af onder koud of lauw stromend water. Gebruik nooit heet water, want dat kan de plaat vervormen. Bewaar uw opbeetplaat vochtig als u ze niet draagt, het liefst in een afgesloten plastic bakje met ‘aanhangend’ water.

U hebt een opbeetplaat laten plaatsen om van uw klachten af te komen. De eerste dagen kan het gebeuren dat uw klachten toenemen. Dat is normaal en meestal maar tijdelijk. Zo kunnen uw tanden en kiezen wat gevoeliger zijn of kunt u speekselvorming krijgen of juist een droge mond. Nadat u de opbeetplaat uitdoet, kunt u even het gevoel krijgen dat uw tanden en kiezen niet meer goed op elkaar passen. Ook dat is tijdelijk en hoort bij wennen aan uw opbeetplaat. Over het algemeen verminderen de klachten na drie tot vijf dagen.

Bleachen

In principe wel, maar u bespreekt dat het best eerst met uw tandarts. Die licht voor u de mogelijkheden toe en de mogelijke resultaten voor uw gebit. Er is ook een verschil tussen ‘dode’ en ‘levende’ tanden: ze hebben een verschillende behandeling nodig.

Bij een bleekbehandeling kleuren vullingen, facings, kronen en bruggen niet mee. Een bleekbehandeling voor die tanden of kiezen heeft dus geen zin. Bezoek daarom uw tandarts vóór u uw tanden laat bleken. Bespreek uw wensen en vraag of het door u gewenste resultaat haalbaar is.

Uw tanden zijn net zo uniek als uzelf. Daarom verschillen de feitelijke resultaten. Over het algemeen blijven de witmakende resultaten twee tot drie jaar zichtbaar – als u zorgt voor goede mondhygiëne en normale blootstelling aan verkleurend eten en drank. Als u speciale onderhoudsproducten gebruikt, kan het effect zelfs nog langer duren.

Onderzoek toont aan dat het buitenste laagje glazuur direct na het bleken tijdelijk wat minder hard is. Het zuur in de bleekgel tast het glazuur licht en oppervlakkig aan. Het nadeel is vergelijkbaar met de schade aan een tand die even in contact was met frisdrank. Die veranderingen van het glazuur herstellen vanzelf, zodra het glazuur in contact komt met speeksel. Spoel uw mond direct na het bleken met een spoelmiddel met fluoride. Als u de aanwijzingen goed opvolgt, heeft thuisbleken onder begeleiding van uw tandarts geen blijvende nadelige gevolgen.

Door uw tanden te bleken, wordt uw tandglazuur wat poreuzer. Dat is tijdelijk. Het glazuur herstelt zich weer. Tijdens de behandeling met een bleeklepel kunnen bepaalde soorten eten en drinken het resultaat nadelig beïnvloeden. Voorbeelden zijn koffie, thee, rode wijn, koolzuurhoudende frisdranken, sap van citrusvruchten en eten waar kleurstof in zit, zoals confituur. Tijdens de behandeling is het gebruik van die producten af te raden. Roken ook.

Zelf bleken kan onveilig zijn. In de handel en vooral via het internet zijn verschillende bleekproducten te koop. Die zijn niet speciaal voor uw gebit gemaakt. Als een bleeklepel niet goed om uw tanden en kiezen past, kan het blekende middel (waterstofperoxide) op uw tandvlees terechtkomen. Dat kan pijn veroorzaken en schade aanrichten. Veel producten werken niet goed of bevatten te hoge concentraties peroxide. Als u uw tanden wilt bleken, doe dat dan altijd onder begeleiding van uw tandarts.

Het bleekresultaat verschilt voor iedereen. De basiskleur van uw tandbeen bepaalt voor een belangrijk deel het uiteindelijke resultaat. En die basiskleur is bij iedereen anders. Het bleekresultaat is soms niet blijvend. Soms komt de verkleuring na een paar jaar terug. De vorming van tandbeen gaat namelijk gewoon door. Ook gebleekte tanden zullen, net als niet-gebleekte tanden, op den duur verkleuren door veroudering. Dat gaat sneller als u rookt of bepaalde voedingsstoffen veel gebruikt. Het effect van lang of herhaald bleken op het tandweefsel is niet helemaal bekend.

Uit onderzoek blijkt dat de behandelde tanden gemiddeld twee tot drie nuances witter worden. Soms zelfs negen nuances. Die kleurbepaling gebeurt met een leidraad voor kleurnuances die tandartsen over de hele wereld gebruiken. De resultaten hangen af van de natuurlijke kleur van uw tanden en van uw omstandigheden. Het doel is om het voor u optimale resultaat te bereiken.

De werking van tandpasta die uw tanden witter maakt, is niet wetenschappelijk bewezen. Maar whitening tandpasta kan uw tanden wel beter schoonmaken. En schonere tanden lijken witter.

Playsafe

Nieuwe tanden en kiezen goed beschermen, is heel belangrijk. Dat lukt het best met een exact passende gebitsbeschermer met extra ruimte op de plaatsen waar zich de meeste veranderingen voordoen. Doordat de wisseling van tanden en kiezen redelijk goed te voorspellen is, kan uw tandarts de beschermer zo maken dat de tanden en kiezen ongestoord kunnen wisselen terwijl de beschermer toch goed vast in de mond zit. Het is niet verstandig om tijdens het wisselen een warmwaterbeschermer uit de winkel te gebruiken, met het argument dat het gebit toch nog verandert.

Lang niet alle sporten geven een risico voor letsels aan de tanden. Als u sport, kunt u dat risico meestal zelf wel inschatten. Bij sporten als waterpolo, hockey, ijshockey, boksen, kickboksen en andere gevechtssporten is het risico voor een ongeval met de tanden erg groot. Draag altijd een gebitsbeschermer als u die sporten beoefent.

Nee. Zeker niet. De pasvorm is niet perfect aangepast aan uw gebit.
Als u ademt en spreekt, zit de beschermer in de weg. Daardoor blijft de werking beperkt.
Zo’n gebitsbeschermer is wel heel goedkoop.

In sportwinkels zijn voorgevormde gebitsbeschermers te koop die u wél kunt aanpassen aan uw eigen gebit. Door de gebitsbeschermer even in heet water te leggen, wordt hij zacht en een beetje vervormbaar. Daarna schuift u de zacht geworden gebitsbeschermer over uw tanden en drukt u hem daar stevig tegenaan. Daardoor sluit hij beter aan. Na een tijdje koelt de gebitsbeschermer af in uw mond en is de kunststof niet meer te vervormen. Eventueel herhaalt u die procedure tot de gebitsbeschermer goed om uw tanden past. Het is erg lastig om met dit systeem thuis tot een goed resultaat te komen.

Een voorgevormde gebitsbeschermer werkt beter dan een kant-en-klare gebitsbeschermer. Alleen zit de beschermer wel tegen uw voortanden, en krijgt u dus geen airbageffect. Bij kinderen is het moeilijk om rekening te houden met het wisselen van hun tanden en kiezen, waardoor ze dikwijls een nieuwe beschermer nodig hebben.

De kosten vallen mee, maar een voorgevormde gebitsbeschermer is wel wat duurder dan een kant-en-klare.

Eerst en vooral zijn er de kant-en-klare gebitsbeschermers. De pasvorm is niet perfect aangepast aan uw gebit. Als u ademt en spreekt, zit de beschermer in de weg. Daardoor blijft de werking beperkt. Zo’n gebitsbeschermer is wel heel goedkoop.

In sportwinkels zijn voorgevormde gebitsbeschermers te koop die u wél kunt aanpassen aan uw eigen gebit. Door de gebitsbeschermer even in heet water te leggen, wordt hij zacht en een beetje vervormbaar. Daarna schuift u de zacht geworden gebitsbeschermer over uw tanden en drukt u hem daar stevig tegenaan. Daardoor sluit hij beter aan. Na een tijdje koelt de gebitsbeschermer af in uw mond en is de kunststof niet meer te vervormen. Eventueel herhaalt u die procedure tot de gebitsbeschermer goed om uw tanden past. Het is erg lastig om met dit systeem thuis tot een goed resultaat te komen.

Een voorgevormde gebitsbeschermer werkt beter dan een kant-en-klare gebitsbeschermer. Alleen zit de beschermer wel tegen uw voortanden, en krijgt u dus geen airbageffect. Bij kinderen is het moeilijk om rekening te houden met het wisselen van hun tanden en kiezen, waardoor ze dikwijls een nieuwe beschermer nodig hebben. De kosten vallen mee, maar een voorgevormde gebitsbeschermer is wel wat duurder dan een kant-en-klare.

Maar de beste optie is natuurlijk een exact passende gebitsbeschermer. Daarvoor moet u bij uw tandarts zijn, die ervoor samenwerkt met Labo De Witte. Zo’n gebitsbeschermer beschermt het best tegen schade aan uw tanden. Uw tandarts maakt eerst een afdruk van uw gebit. Met die gebitsafdruk maken we een kopie van uw gebit. En op die kopie maakt de tandtechnieker een gebitsbeschermer die exact op uw gebit past. Uw naam kan onuitwisbaar in de beschermer en soms kunnen we de beschermer zelfs in de kleuren van uw club maken. De gebitsbeschermer is meestal een week na de gebitsafdruk klaar.

De ideale gebitsbeschermer moet optimaal beschermen tegen schade aan de tanden en stevig maar toch prettig zitten. Bovendien mag hij de ademhaling en de spraak niet verstoren. Alleen de exact passende gebitsbeschermer van uw tandarts en van Labo De Witte voldoet aan al deze eisen.